Mijn weg binnen de GGZ… Tot nu toe

Op mijn 14e zat ik voor het eerst bij een psycholoog. Niet vanwege een eetprobleem maar dat kreeg ik er wel bij. Terwijl ik eigenlijk hulp nodig had om mijn trauma te verwerken, ging het gesprek over mijn gewicht. Gelukkig merkte ik zelf dat dit schadelijk was en dat ze mij een probleem aan het aanpraten was en dus stopte ik ermee. Het voelde als falen van de hulpverlening nog voor het goed en wel begonnen was.

Jarenlang liep ik rond met een depressie en suïcidale gedachten. Van buiten functioneerde ik, voor de mensen om me heen leek het vaak alsof ik oké was. Maar van binnen voelde alles leeg en donker. Jaren later vluchtte naar Mexico. Letterlijk. En ergens tussen de palmbomen, het strand en de zon voelde ik voor het eerst in lange tijd een beetje lucht. Maar nog steeds liep ik op dezelfde punten vast als thuis. Na een nare gebeurtenis besloot ik terug te keren naar Nederland.

Na mijn terugkeer leek het even alsof ik opnieuw kon beginnen, maar al snel haalde het leven me weer in. Ik belandde bij een maatschappelijk werker die mij doorverwees naar de GGZ, het duurde alleen nog wel ruim een jaar voordat ik bereid was die stap ook echt te zetten.

Er kwam een diagnose: persoonlijkheidsstoornis NAO (niet anders omschreven). Vager kon bijna niet en het zorgde voor veel vragen die niemand beantwoorde. Ik probeerde schematherapie en psychomotorische therapie, maar het sloot niet aan. Wel leerde ik bij mijn psycholoog van schematherapie begrijpen waarom ik dingen deed zoals ik ze deed, kwam er een klein beetje ruimte voor compassie. Ik wilde niet dood. Ik wilde alleen niet meer leven zoals ik leefde.

Langzaam begon ik keuzes te maken vanuit leven. Ik startte een thuisstudie. En toen ontmoette ik mijn man. Dat was ingewikkeld, want hoe laat je iemand dichtbij, als je weet dat je verknipt bent?

Toch waagde ik de sprong, 1,5 jaar later verhuisde we en al snel daarna was ik zwanger van Kate. Therapie schoof naar de achtergrond. Jarenlang ging het oké. Maar ik voelde geen echte vreugde, geen oprechte blijdschap in het leven én moederschap. Terugkijkend heb ik mezelf ook wel een beetje voor de gek gehouden en waren er flink wat signalen dat het bergafwaarts ging.

In 2021 stortte ik in, ik was bang, de gevoelens van niet meer willen leven waren terug. Ik ging terug richting de GGZ maar werd van het kastje naar de muur gestuurd. Fröbeltherapie en groepsgesprekken en medicatie zouden het antwoord zijn. Nee, ik wilde echte therapie, geen bezigheidstherapie. Uiteindelijk kwam ik na pittige strijd terecht bij een psycholoog die me wél zag. Bij haar volgde ik EFT, en voor het eerst voelde ik iets veranderen. Helaas stopte zij er een aantal maanden later mee, voor haar vertrek stelde ze PTSS vast. Ze had goede hoop dat haar opvolger mij verder op weg kon helpen. Dat lukte niet, zij greep namelijk terug naar schematherapie en probeerde imaginaire exposure. Maar het sloeg niet aan, ik klapte dicht.

Ik mocht naar Traumacentrum Nederland en eindelijk was er hoop. Het zou ontzettend zwaar zijn, maar daarna zou een stukje nabehandeling volgen en zou ik eindelijk vrij zijn en kunnen bouwen aan een toekomst waar ik wél geluk kon voelen. Na mijn behandeling was ik PTSS vrij, maar niets veranderde. Ik was nog steeds heel snel boos, overprikkeld, mijn hoofd stond nog steeds nooit stil en ik kon nog steeds niet genieten.

Steeds vaker vroeg ik me af, als mijn dochter een miniversie van mij is en zij heeft ASS, zou het dan kunnen dat… Maar dan wuifde ik het snel weer weg, in al die jaren had er dan toch minstens één hulpverlener geweest moeten zijn die het wel opgemerkt zou hebben in al die jaren? Maar toen las ik het boek van Bianca Toeps “Maar je ziet er helemaal niet autistisch uit” een “feest” der herkenning. Wat nou, als naast het trauma, de meeste struggelingen in het leven voortkomen uit iets heel anders, uit een gemiste diagnose? Wat als ik ook ASS heb?

Dus ging ik naar de huisarts voor een nieuwe doorverwijzing naar een andere GGZ-instelling, ik wilde door iemand gezien worden die met een openblik naar mij kijkt en niet voortborduurt op wat bekend is. Eind 2024 had ik mijn intake en werd ik op de wachtlijst geplaatst, in juli begint mijn diagnostisch onderzoek. Het is gek hoe iets wat zoveel hoop geeft tegelijkertijd ontzettend veel angst geeft, ongeacht de uitkomst.

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *